donderdag 25 februari 2016

Aotea / Great Barrier Island

13 - 26 februari 2016

Het is een vroege start richting Great Barrier Island, ruim 50 Nm verder zuidoostwaarts. Het is het meest oostelijke eiland van de Hauraki golf met zo'n 850 inwoners. Aan de oostkant zijn er lange mooie witte stranden en de westkant heeft prachtige beschutte ankerplaatsen.  
Gelukkig komt het weerbericht uit en trekt de wind aan, zodat we het grootste deel kunnen zeilen. Aan het einde van de middag komen we aan in de rustige Karaka Bay. Hier is het een waar spektakel met de Australasian Gannets, een zeevogel. Ze laten zich als een baksteen in het water vallen, in de hoop op een lekker visje. We hebben gelezen dat ze wel tot 6 meter diep gaan om ze te pakken. Onze angst onderweg is dat ze op ons aas van de vislijn duiken die we soms achter ons slepen. We hebben dat 1 keer in Brazilië gehad en dat was waardeloos. Voordat we het in de gaten hadden was de vogel verzopen.


Alfred, een brown teal (Pateke), is onze eigen "confit de canard". Achteraf lezen we dat het een zeldzame eendensoort blijkt te zijn en dat 2/3 van dit ras op Great Barrier leeft. Hij komt regelmatig terug in de 2 dagen dat we er zijn en geven hem brood en havermout. We krijgen er een volgescheten boegspriet en dek voor terug. Het inspireerde ons de volgende dag om het teak dek weer eens met zout water te reinigen. Elk nadeel heeft zijn voordeel.....

In de avond valt de wind helemaal weg en liggen we als in beton gegoten. Hierdoor weer heerlijk kunnen slapen, want de laatste nachten bij de Poor Knights hield de rollende deinig en de afstand tot de kliffen ons toch behoorlijk wakker.

 
Prachtige licht bij de zonsondergang in Karaka Bay

De dag erop verhuizen we maar liefs 2,5 mijl !! verder naar Port FitzRoy. Het is een gehucht met een infostand, winkel, kliniek, hamburgertent (lekkere burgers!) en een paar huizen. We vergaren bij de infostand de nodige informatie over het eiland en wandelingen. Vanaf de ankerplek zagen we lange hekken op het land en vroegen ons al af wat dit precies was. Het blijkt dat dit hekken zijn om ongedierte tegen te houden. Op de meeste eilanden is het een gevecht om ratten, muizen en andere soorten tegen te gaan. Een deel van Great Barrier Island blijft nu pestvrij door deze hekken. Ze worden vaak gesponsord door WWF en privé personen.
De weersvoorspelling voor de komende dagen is niet geweldig en we willen graag naar Mount Hobson wandelen, de hoogste berg op het eiland. Het plan is om op dinsdag de postbus naar Windy Canyon te pakken en daarvandaan de route omgekeerd te lopen. De volgende dag is het al buiig weer, maar gaan we toch op pad om in ieder geval de benen te strekken


Rarohara Bay.

Na eerst de Bridle en Warrens Track te lopen besluiten we toch de stap te wagen en voor Mt. Hobson te gaan. Welliswaar andersom dan gepland volgen we de South Fork Track naar de top. Het is een gevarieerde tocht met stukken door een rivierbedding. We moeten regelmatig het water kruisen en krijgen natte voeten. We krijgen meer buien en daardoor worden de paden glad. Het maakt het lopen er niet eenvoudiger op. Het is soms behoorlijk stijl, maar via aangelegde trappen op kritieke punten komen we aan bij de berghut van Mt Heale. We schuilen hier even en eten zoals echte wandelaars even een boterhammetje. Het is nog een stijle klim van zo'n 45 minuten tot de top. Gelukkig klaart het weer op en hebben we bij aankomst prachtig uitzicht over het hele eiland. Via de Windy Canyon dalen we met vele traptreden af naar de oostkant van het eiland. Nu maar hopen dat we een lift kunnen krijgen, anders wordt het nog een lange tocht van 12 km naar de haven. We hebben mazzel en kunnen meerijden tot de "Old Lady Track" wat naar FitzRoy leidt. Dit was in verhouding een kleintje....., maar de vermoeidheid gaat nu meespelen en we zijn blij wanneer we terug aan boord zijn. Tevreden nemen we een borrel.


Hangbrug over de Kaiaraara rivier, die we daarna regelmatig moeten kruisen.


De rivierbedding met de nodige restanten van de storm van 2014, waar Kauribomen als lucifershoutjes zijn afgeknapt.


Uitzicht vanaf Mt. Hobson (627 mt.) ook wel Hirakimata genoemd. De Maori naam voor deze heilige berg.


Dit keer geen rood met witte stippen, maar adelijk blauw. We denken eerst het is nep maar komen er later meerderen tegen.


Windy Canyon

Uiteindelijk komt het verwachte slechte weer over met in de nacht de meeste windstoten. We waren er op voorbereid en steken zo'n 80 meter ketting in 15m diep water. Na de morgen, waar we genoeg neerslag krijgen voor de komende week, klaart het op en zie je iedereen weer uit de luiken komen.
Ook wij verkassen naar een andere baai, waar het water bruin gekleurd is door het water wat uit de bergen stroomt. We wachten op laagwater en gaan op mosselvangst, Boopers bedankt voor de tip! Dit is meer in ons straatje dan vissen. Deze blijven tenminste zitten...... In een halfuurtje zit de emmer vol en keren we terug. We gaan gelijk anker op naar een volgende baai.


Onbeperkt mosselen eten bij Flat Island. Mar maakt er weer iets heerlijks van. 

We vinden een mooie plek tussen The Broken Islands, waar we "diep gras" wandelen, een variant op "tief schnee" skiën. We zullen hier een volgend zwak front uitzitten. De eilanden beschermen ons van de verwachte zuidwesten winden. We liggen hier helemaal alleen en met een prachtige avond genieten we van de Ghost Bay mosselen. Het is een kleinere variant dan de greenlip mosselen, die we hier eerder aten, maar vinden deze veel lekkerder. Ze lijken meer op de Zeeuwse Dingemans.
Whangaparapara wordt daarna aangedaan met weer twee mooie wandelingen. Bij aankomst gaan we naar Te Ahumata, een klim naar 397 meter. 


Niels in de Hot Water Spring en echt het water is zeker 35 graden.

De volgende morgen gaan we via de oude Tram Trail track, daar waar vroeger de Kauribomen over werden vervoerd, naar de Hot Water spring van Kaitoke. Ook hier een mooie Maori legende. Het hete water zou mede door de mineralen een helende werking hebben. Welliswaar met je billen op een bodem van bladeren waarvan je niet weet wat er nog meer zit, maar heerlijk warm. Compleet "geheeld" vervolgen we onze trip via unieke wetlands en lopen we terug naar de haven. Één nacht op deze plek vinden we genoeg en gaan na onze wandeling meteen weer anker op.
Op weg naar Tryphena Harbour zien we 2 Bryde walvissen zwemmen. We proberen dichterbij te komen, maar ze stellen onze interesse niet op prijs. We laten ze dan ook met rust. Altijd weer bijzonder en leuk om te zien. 


Niet heel erg duidelijk, op het moment dat je ingezoomd bent, duiken ze alweer onder.

In het ondiepe water van Malberry Grove wordt de onderkant van de boot aangepakt. De bootsnelheid was teruggenomen, dus tijd voor aktie. Niels gaat met perslucht de schroef te lijf, deze zit vol met kokkels. Ikzelf ga de strijd aan met de enorme hoeveelheid van alg inclusief wormachtige beestjes. Hele wolken komen er vanaf en verplaatsen zich op onze duikpakken. Die engerds hebben een soort van tentakels en grijpen zich overal aan vast. Als we "klaar" zijn, zitten we zelf helemaal onder. Ik gruwel bij de gedachte dat ze in mijn oor en weet ik waar nog meer kruipen! Gelukkig houden ze niet van zoet water en verdwijnen ze door het putje.

                        

Alweer een prachtige tramping track naar Island Bay.

Inmiddels hebben we al een week het mooiste weer van de wereld. De wind is niet veel, dus stellen we het vertrek naar Waiheke Island richting Auckland steeds voor ons uit. Volgens Auckland Maritime Radio moet er vrijdag weer wat wind komen, dus dan zullen de zeilen hopelijk weer omhoog gaan voor de 30 mijl trip.


zondag 14 februari 2016

Cape Brett & Poor Knights Island

9 - 13 februari 2016.

Samen met de Bounty verlaten we nu echt Russell. Het weer is wisselvallig met buien in de lucht.
Met een aandewindse koers en behoorlijk wat binnenrollende deining is het weer ouderwets zeilen om bij Deep Water Cove te komen. We kunnen alleen ons kotterzeil gebruiken, dus zijn we wat ondertuigd, maar dat mag de pret niet drukken. Een paar keer overstag in deze omstandigheden en de nodige stroom zorgen er weer voor dat we moeten nadenken. De afgelopen tijd hebben we meer motoruren dan zeiluren gemaakt. De korte afstanden van baai naar baai en gewoon luiheid zorgen ervoor dat we het zeil niet eens omhoog trekken. Voor Niels erg ongebruikelijk, maar er treed waarschijnlijk ook bij zeilen een verzadiging op, waardoor je kiest voor gemak en comfort. 
Het anker ploft op 10 meter diepte in een prachtige baai, waar de wind volkomen verdwenen is. De volgende dag maken we een prachtige, maar pittige wandeling naar Cape Brett. De voldoening is groot en we genieten van onze meegebrachte boterhammen pal onder de vuurtoren. René en Paulien vertrekken de volgende dag verder naar Whangarei. Wij hebben minder haast en blijven nog een nachtje liggen. Niels heeft nog wat klusjes te doen en 's middags gaan we met de bijboot naar de boei, waaronder van de gezonken Canterbury moet liggen. We hebben al onze duikspullen mee en vooraf zelfs getest aan boord, maar bij aankomst blijft Niels zijn regulator blazen. Ik ga nog een stukje naar beneden, maar het zicht is niet geweldig en dieper alleen doe/mag ik niet. Helaas zijn we de enige boot, waardoor de mogelijkheid om met anderen te duiken vervalt. Jammer, maar helaas.


Onze "lunch" spot: de vuurtoren bij Cape Brett.


Als je de lijn verder volgt kom je vanzelf uit bij het wrak van de Canterbury. Deze ligt op zo'n 30 meter.


Hole in the Rock, een echte toeristentrekker. Bovenop is er zelfs een platform waar een helicopter kan landen. 


De vuurtoren nu vanaf het water wanneer we onderweg zijn naar de Poor Knights eilanden.

De Poor Knights Islands wordt onze volgende bestemming, zo'n 30 Nm zuidoostwaarts. Er staat weinig wind, dus is het overwegend motorzeilen. De onbewoonde eilanden staan bekend om het duiken en snorkelen. Ook is het een vogel-en marinereservaat met de nodige restricties. Verboden om aan land te gaan en te vissen. 
Het valt niet mee om een geschikte ankerplek te vinden. Het water is erg diep en alleen dicht bij de hoge rotswanden is het een meter of 10, maar die plekken zijn al bezet door 2 andere boten. Het anker valt uiteindelijk in 28 meter diep onbekend water. We hopen maar dat hij niet achter een rots haakt als we anker opgaan....
De plek is prachtig en er zwemt volop vis rondom de boot, je hebt ze voor het uitkiezen..... Frustrerend want onderweg hebben we voortdurend een vislijn uitstaan, maar je raadt het al geen vis! Overdag zie je weinig vogels, maar 's avonds hoor je ze des te meer. Met een zaklamp schijn je tegen de onderkant van de vleugels.
Helaas heeft dit paradijs ook zijn "slang", alleen in de vorm van muggen. Zodra de schemer valt, moet alles dicht op de horren na. Ach, gelukkig valt er mee te leven.


Het anker valt in 28 meter diep water, gelukkig hebben we een elektrische ankerlier!


Snorkelen bij Nursey Cove-Poor Knights Islands. De bodem is bedekt met kelp, een dik soort zeewier.

   
Genoeg vis onder onze boot, maar ja, je mag hier niet vissen!

   
Ze zijn ook eigenlijk te mooi om op te eten.

  
We varen met onze bijboot in de grot van Rikoriko. De grot is zo groot dat menig vissersboot hier zijn anker laat vallen.



Bye Bye Bay of Islands

9 februari  2016


Tikitiki Island.

Op de kop af is het 3 maanden geleden dat we in Nieuw Zeeland aankwamen. Inmiddels zijn de visa weer met een volgend termijn verlengd. De Maori plaatsnamen komen wat makkelijker uit de mond en het is volop genieten van wat dit land te bieden heeft. Dat laatste heeft bij ons ook de doorslag gegeven om niet één seizoen, maar twee seizoenen hier te blijven. We zullen de NZ winter weer doorbrengen op Zuid Afrikaanse bodem. Inmiddels hebben we een droog plekje voor onze UnWind gevonden. Op 18 maart gaat ze uit het water en wordt Norsand, een werf in Whangarei, haar voorlopige thuisbasis. Wijzelf zullen ergens eind april naar ons thuisland ZA vliegen. In die tussenliggende periode willen we nog een deel van Nieuw Zeeland ontdekken met de auto en tent.
Wat we niet kunnen zien bewaren we voor het volgende seizoen.

Nadat we terugkomen van ons bezoek aan Whangaroa Bay vieren we in Opua het afscheid van Brad en Saskia, helaas gaan zij na een jaar met familie te hebben meegevaren op de Pacific weer terug naar Zuid Afrika, waar het normale leven weer op hen wacht. Roel en Jacomine komen voor de gelegenheid over en blijven een weekend gezellig bij ons aan boord.


We blijven in stijl en met een echte braai nemen we afscheid van "the Stemmetts".

De laatste weken hebben we weer doorgebracht op diverse ankerplaatsen in de BOI, maar Opua en Russell waren de pleisterplaatsen waar we regelmatig terugkwamen of moesten I.v.m. afspraken, droppen van huisvuil en wassen. Een gezellige Oostenrijkse avond aan boord van de Calamaris inclusief "braatfleis und zwiebeln".
De laatste week van januari wordt ook de jaarlijkse regatta Millenium Cup gevaren. Een evenement waar menig zeiler van watertand. Vele jachten, waaronder 10 TP52 racers en superjachten komen vanuit de hele wereld om hier tegen elkaar te strijden. De wind is redelijk voor de 3 dagen durende regatta. Niels gaat mee met een snelle RIB van zeilmaker en sponsor Doyle en ziet alles van dichtbij.


De TP52 klasse racers zijn de formule 1 jachten uit het zeilen met een gemiddelde      
bemanning van zo'n 15 man en vrouw. Ze varen ook veel wedstrijden in de Middelandse zee.



De TP52 klasse onder spinnaker 


De TP52 racers ronden de boven boei. De Kia Kaha is een local, waar we in de Opua
marina naast lagen. Ze zijn even lang als de UnWind.

   
Een 120 foot (40 meter) superjacht. Een van de deelnemers aan de Millenium Cup.

Het plaatsje Russell ging het laatste weekend van januari helemaal terug in de tijd. De klok werd teruggezet naar het jaar 1840. Kororareka heette het toen nog en de hoofdstraat werd ook nu weer "onveilig" gemaakt door de zeeschuimers, handelaren, walvis jagers en dames van plezier. 
Russel werd in die tijd de "Hell Hole" van de Pacific genoemd.... Dat zegt genoeg.

   
De "cast" van het straattoneel.



De tegenpartij.


De burgemeester wordt betrapt en tot de orde geroepen.


Het vlees is zwak... , maar staat op film en ik had de portemonnee!

Op Waitangi Treaty feestdag keren we van Orowaka Bay, waar we 2 dagen het slechte weer hebben uitgezeten, terug naar Russell. René en Paulien hebben wat te vieren, 38 jaar huwelijk, en we gaan heerlijk bij de Duke eten. 
Nog een laatste keer wandelen we naar Flagstone Hill, om vervolgens in de Russell Boat club te eindigen met fish and chips.