dinsdag 25 februari 2014

Nevis en St. Kitts

21-23 februari 2014


Nevis met zijn sombrero in de wolken.

Nevis en St. Kitts doen we in vogelvlucht. In Nevis aangekomen pakken we een mooring ter hoogte van Pinney's Beach, maar liggen ver uit de kust. Mar heeft onderweg erwtensoep gemaakt en dat bevalt prima na de onrustige overtocht. Maarten en Thea komen ook aan boord en nemen een lekkere Merlot mee. De volgende morgen pakken we weer de bijboot en gaan naar de "hoofd"stad Charlestown. Om toch nog wat van het eiland te zien nemen we een busje en gaan richting Gingerland en Golden Rock Estate, vroegere plantages. Hier is nu weinig meer van over en is alles omgetoverd in resorts en hotels. Ik moet zeggen Golden Rock is een positieve uitzondering. Men heeft de authentieke sfeer weten te behouden en afgewiseld met moderne elementen. Met helder weer hebben ze uitzicht naar Redonda en Montserat.


Golden Rock Estate

Dezelfde middag verkassen we nog naar St. Kitts, 5 mijl verderop. Het eilnd heeft de vorm van een vis en we gaan richting het vlakke staartstuk. Je passeert de Narrows, het smalle water tussen de beide eilanden. Het anker valt in het 4 meter diepe water van The White House Bay, aan de zuidwestkant van het eiland, hoe toepasselijk blijkt als we even later in het water liggen. De bodem is bedekt met sand dollars en (zee)sterren. 


Waar vroeger een zoutwatermeer was, wordt nu een marina gebouwd. Nog een enkele pelikaan neemt het er nog even van en maakt een enorme snoekduik om een maaltje vis te vangen.

                  

Een nieuwresort in aanbouw, maar de palmen staan/liggen klaar en het uitzicht is geweldig.

Guadeloupe en Antigua

17-21 februari 2014

Op moment van schrijven maken we de 54 mijls passage van Antigua naar Nevis. De wind -zo'n 25 kn in buien 32 kn- en de onrustige deining komen van achteren en de Unwind en haar bemanning moeten weer duidelijk wennen aan deze swingende koers. We hebben alleen het voorzeil bij waar we af en toe een rif in draaien als er een bui aankomt. Het is al weer een tijdje geleden dat we voordewind (wind vanachter) hebben gezeild. Vanaf Trinidad waar we in november vertrokken moesten we steeds aandewind (wind vanvoren) zeilen tussen de eilanden. De passaat wind komt hier vanuit het noordoosten en we voeren steeds noord, maar vanaf Antiqua buigen we af naar het westen waardoor de wind van achter binnenkomt. Niels staat tijdens deze hoosbuien ouderwets in zijn zeiljas en met zijn "kaplaarzen" aan de buien te trotseren en Mar, watje, zit lekker binnen de blog bij te werken. Had hij maar geen schipper moeten zijn.......!


Op Guadeloupe zou de langverwachte anti torsion lijn voor de spinaker vanuit Frankrijk aankomen. Speciaal hiervoor gaan we eerst naar Pointe a Pitre in het midden van het eiland, waar we een afspraak met Cedric de zeilmaker hebben. Pointe a Pitre is een combinatie van een marina en commerciele haven, waar dagelijks heeeele grote cruiseboten aankomen. Ze varen in de smalle betonning vlak achter onze ankerplaats langs. We kunnen de restaurants met mensen zien en de spelende band horen. 
Al met al duurt het langer dan verwacht voordat de lijn aankomt en om de tijd te breken verkassen we naar een ankerplek aan de zuidkust. We ankeren in het smalle water tussen het plaatsje Gosier en Ilet de Gosier. We liggen er leuk, maar de plek is vrij open en alle boten rollen. In plaats van de vissersbootjes om ons heen, zijn het dit keer zwemmers. Er is een actieve zwemvereniging in Gosier en van jong tot oud komt men voorbij gecrawld richting het eilandje. Eerlijk gezegd petje af, want met de golfslag valt het niet mee om het hoofd boven water te houden.

    
                           De ankerplaats bij Ilet de Gozier

Weer terug in Pointe a Pitre is Niels al vroeg bij de zeilmaker. Alles wordt los gemaakt en als ze de nieuwe lijn willen bevestigen, komen ze tot de conclusie dat er een verkeerde lijn is opgestuurd. Ja, daar word je niet vrolijk van. Bij wie de fout ligt, de waarheid zal in het midden liggen. Wij zullen nu tot St. Maarten moeten wachten, want daar wordt de lijn -hopen we- nu naar toegestuurd.
Met onverrichte zaken vertrekken we via het zuiden naar de westkust en komen we aan bij Pigeon Island, waar het zg. Jaques Cousteau Marine park ligt. We mogen er niet ankeren en gaan erheen met de bijboot. Het water is kraakhelder met prachtig koraal en al snorkelend zwemmen we het eiland om. Op de ankerplek zelf hebben we schildpadden om de boot, die zo nu en dan hun kop opsteken en ons bekijken. De Phryne en Anne Wolter liggen er ook en we hebben met beiden een gezellige sundowner. 8 mijl verderop is Deshaies de laatste ankerplek waar we kunnen uitklaren. Het is appeltje eitje, de computer staat in een winkeltje waar je het zelf allemaal kunt doen. Heerlijk dat het ook zo kan!

De overtocht van Guadeloupe naar Antigua samen met de Nostress en later de Anne Wolter is een relaxte tocht met wind tussen 13-20 knopen. We zien heel even de rug en spuit van een walvis voor ons, maar helaas blijft hij of zij onderwater en zien we verder niets meer. Wel maken we mooie foto's en een filmpje van de Nostress en omgekeerd doen zij hetzelfde van ons. Niels heeft zijn hengel de hele overtocht uit staan, maar daar hebben we het maar niet meer over. 
We ankeren in English Habour, een kleine drukke baai waar iedereen behoorlijk rondom zijn anker draait. Niels krijgt eindelijk zijn zin. Hij loopt al sinds ons vertrek te zeuren dat ik meer met de UnWind moet manoeuvreren in nauw vaarwater. Aangezien ik daar een broertje dood aan heb, stel ik dat het liefst uit. Alle boten liggen hier zo dicht bij elkaar dat ik er niet aan ontkom om overal tussen door te varen om een goed plekje te vinden. Vooruit, achteruit, links, rechts, wind van opzij, ik krijg het allemaal, maar uiteindelijk valt het anker vlak voor het strand...... Geslaagd, dus aan de borrel.

 

English Habour vanaf Fort Berkly, in het midden Nelsons's Dockyard en rechts Freeman Bay

Iets verderop in de baai ligt Nelson's Dockyard Marina, in de gerestaureerde gebouwen zitten nu de officiele instanties, winkeltjes en cafees. Er is een leuke sfeer, zeker nu de grote jongens binnenkomen.



Op 24 februari start nl. de RORC 600 Caribbean race, die van heinde en verre bekenden jachten aantrekt. In Falmouth Habour liggen de hele grote jongens zoals de Kokomo, Hanuman, Salperton, Athos en diverse klassieke J-klasse schepen o.a. de Rainbow. Sommige zijn zelfs van Nederlanders, die onze zeiltrots en onze jachtbouw overeind houden. We maken ook een praatje met de bemanning van de Tonnerre de Breskens. De eigenaar is 84 jaar en zeilt nog altijd fanatiek mee en niet onverdienstelijk ook. We blijven niet wachten op de start. We hadden het graag gezien, maar zelfs voor ons tikt de tijd door.

              
De grote jongens in Antiqua. Sommige wel 50 tot 75 meter lang. Niels kijkt zijn ogen uit, maar is toch ook erg blij met onze UnWind van "maar" 15 meter.



Op Shirley Heights hebben we een laatste sundowner met de baai waar we liggen aan ons voeten. Hier dan eindelijk het Caraibische gevoel met de muziek van een Steelband en later een Reggae band.



donderdag 13 februari 2014

Het begin van de Leeward Islands: Dominica en Iles des Saints,

3-16 februari 2014

De oversteek naar Dominica is een pittig tochtje van 40 mijl, er zit veel wind in de squals -bij ons gewoon buien genaamd- zo'n 32 kn en behoorlijke kuilen in de deining. We zetten een extra rif in het grootzeil en rollen de genua een beetje in. We lopen zo nu en dan meer dan 10 kn door het water soms geholpen door een verdwaalde golf, die ons van achter optilt en vooruitduwt. We hebben redelijke helling, maar onze UnWind vermaakt zich prima en de stuurautomaat, die we AP hebben genoemd, doet het zware werk zonder moeite. 
Dominica is heuvelachtig en erg groen en dat kan maar een ding betekenen: neerslag en regenbogen. 
Het binnenland van Dominica is prachtig en in het stadje Roseau pakken we een mini bus naar de spektaculaire Trafalgar watervallen. Zitten we eerst nog opeengeperst tussen de lokale bevolking in het busje, lopen we even later bij de watervallen tussen hordes Italianen, komende van de cruiseboot "Costa weet ik hoeveel", in ieder geval niet de Concordia......


Trafalgar watervallen op Dominica

De wind is compleet verdwenen als we richting Portsmouth varen aan de NW kant van het eiland. Het wordt motoren en af en toe de zeilen bij als er een bui in de lucht is zodat we een beetje mee kunnen liften. Onderweg checken we de ankerplaats bij Castaways, maar het is er veel te rollerig en open naar zee. We laten deze baai voor wat het is en gaan direct door naar Prince Rupert Bay.
Ook hier weer de boat boys, gelukkig niet zo opdringerig als in St. Lucia, die hier hun diensten aanbieden: tours op de Indian River, fruit en watertaxi. Alles is in de aanbieding, maar we zijn al voorzien en we willen eerst weten wat de Indian River voorstelt. Het stadje Portsmouth stelt niet zoveel voor. Je krijgt een beetje herhaling van zetten. Een groente- en fruitmarkt, wat eenvoudige winkels en barretjes met heeeeel veeeel muziek. Wat de pilot alleen niet vertelt in zijn verhaal over Ruperts Bay en Portsmouth, is dat vanaf vrijdagavond t/m zondagnacht de muziek hier voluit gaat tot 06.00 's ochtens. Laten we nu hier net in het weekend liggen.
Het is Bob Marley wat de klok slaat in allerlei varianten. Wat wel begint te storen in de nieuwe Caraibische Reggae stroming is de voortdurende invoed van de DJ, die steeds dominanter door de muziek heen schreeuwt en zijn syntheziser laat horen met toeters en sirenes. We houden van Reggae en van Bob, maar hebben liever dat de DJ zijn microfoon inslikt. De aloude Caraibische klanken van de steelbende horen we steeds minder. Zo nu en dan is er deze Pan muziek, maar dit wordt overspoeld door de hoge decibels van de Electro Reggae. 
Nu we toch een beetje aan het zeuren zijn, nog het volgende over het milieu. Meer en meer is alles Eco en worden we als toerist of zoals wij cruisers voortdurend geconfronteerd met goedbedoelde projecten waar we ook goed voor moeten betalen. Steeds vaker liggen er mooringboeien en mogen we niet meer ankeren om het koraal te redden en omdat het nu een Marine Park heet. Voor de mooringboeien moeten we betalen en ook voor het Marine Park. Nu vinden we dat eigenlijk prima en dragen daar graag aan bij, maar het is toch frustrerend om te zien dat vele projecten gewoon bedoeld zijn om geld te maken. Eco verkoopt tegenwoordig gewoon goed. Een feit is dat de lokale bevolking echter nog steeds alles zo op straat of in het water gooit. We hebben nu al zoveel wandelingen gedaan, maar overal ligt er gedumpt afval in het bos of in het water. Als klap op de vuurpijl worden -zoals trots op vele borden staat vermeld- veel van deze goedbedoelde projecten gefinancierd door de Europese Gemeenschap........... Jammer, want als de controle hierop beter zou zijn zou het zeker kunnen bijdragen aan het behoud van de natuur.



Overal op de eilanden staan borden met "Keep ..........  clean", maar de lokale bevolking leest ze kennelijk niet.


Iles des Saintes
Op maandag, 3 februari gaan we naar Iles des Saintes, een groepje eilanden tussen Dominica en Guadeloupe. Een lekker tochtje met halve wind, wel weer 25 knopen ware wind. Net voor het eiland Terre de Basse krijgen we een flinke bui over ons heen en zeker Mar is bevroren als we het anker laten vallen in Pain du Sucre. Gelukkig klaart het snel weer op en is het heerlijk snorkelen in het zeer heldere water. De eilanden vallen onder Frankrijk en we horen Julian Clerq op de radio, dames weten jullie nog wel? Donkere ogen en krullen, zwoele stem, jeugd sentiment! We blijven in Franse sferen als we 's avonds aan boord quiche "des Saintes" eten met een lekker Frans rood wijntje.
De volgende dag willen we verkassen naar Bourg de Saintes, daar aangekomen blijkt het erg druk met boten en zijn er alleen maar mooringboeien en daar hebben we geen beste ervaring mee.... Zodoende zijn we een uur later weer terug bij onze oude ankerplaats. 
Het eiland Terre de Haute is klein genoeg om wandelend rond te kijken. De vele toeristen pakken echter liever de scooter, maar 2 volwassenen op 1 scooter is bergopwaarts een leuk schouwspel waar je lang van kunt genieten.
's Nachts draaien we alle richtingen op achter het anker en slapen we slecht. De Nostress komt tegen de drijvers van een catamaran, maar de schade is beperkt. Wij blijken bij het anker opgaan met onze ketting rond een oud stuk beton vast te zitten. Niels gaat het water in om te zien hoe het precies zit, met rondjes draaien komen we los. Nu ankeren we maar aan de buitenkant van de ankerplaats. Die nacht geen enkel probleem. De stroming dichter bij de kust en achter de berg is wellicht de boosdoener.


Uitzicht vanaf Pain du Sucre met links Ilet a Cabrit en rechts de mooringen bij Bourg des Saints. Op de achtergrond is Guadeloupe te zien.



donderdag 6 februari 2014

Leeward Isles

                      
              

De zg. Leeward Islands, een gebied van zo'n 200 mijl. Je hebt maanden nodig om alles te kunnen zien. Om de keuze makkelijker te maken, heeft de pilot het gebied in 3 gebieden verdeeld. 

De Renaissance eilanden, o.a. bestaande uit St. Maarten, St. Barths en Anguilla. Hier vind je witte stranden, zon en luxe. 

De eilanden, die de wolken aanraken: Saba, St. Kitts, Nevis en Montserrat. Kleine geisoleerde eilanden met steile bergen omgeven door diep water.

De overige eilanden vallen onder het kopje "eilanden van bergen en mangroves". Guadeloupe is/zijn in feite 2 eilanden, verdeeld door een kanaal en is hierdoor het grootst. Iles des Saintes is het kleinste eiland. 
               

zaterdag 1 februari 2014

Martinique, ook wel Madinina (Island of Flowers) genaamd.

Inmiddels hangt de Franse driekleur in het want, als we het laatste zg. Windward Island aandoen. Martinique is Frans grondgebied en wordt ook echt als Frankrijk gezien: Europees, Euro, goede wegen, baguettes, croissants en Franse wijnen. Heerlijk vinden we het hier.


We ontmoeten Jean Marie en Cecilia weer, als professionele acteurs spekken zij de boordkas met een kindertheater. Het is een mengelmoes van allerlei gevonden materialen en talen, maar ontzettend leuk om te zien en mee te maken.

We hoppen van het kleine plaatsje Ste. Anne naar Le Marin, waar een enorme marina is en dito scheepswinkels en leveranciers. Hier gaat Niels samen met Maarten op pad om de beschadigde onderdelen te kopen. Ze hebben hier werkelijk alles voor boten.
Er is hier ook weer volop keuze in de supermarkten en we doen een "wine & food" tasting aan boord. We "moeten" overstappen naar Franse wijnen en dit betekent proeven. Geen straf! Ook blikvoer wordt er aangeschaft, voor het geval er in de toekomst niets te krijgen is. Je maakt dan ook van die miskleunen, nooit geweten dat "gesiers de canard" eendenmaagjes waren. Misschien een delicatesse voor de echte lekkerbek, maar bij ons gingen dus zo over de pint.....


We doen een dagje cultureel in Fort de France, de hoofdstad van Martinique. De kathedraal, paleis van Justitie en de Schoelcher bibliotheek. Dit metalen gebouw is ontworpen door Gustav Eifel, gemaakt in Frankrijk en naar Martinique verscheept.


In Rue de la Liberte vind je de Schoelcher bibliotheek.

Op pad naar Grande Anse d'Arlet passeren we de Diamond Rock. In vroegere tijden is deze rots, door gebrek aan schepen, door de Engelsen bemand en ingezet als extra schip, de HMS Diamond Rock genaamd. Het heeft de Engelsen niet kunnen redden. In de slag van Trafalgar liet Lord Nelson het leven en zo wonnen de Fransen olv Villeneuve deze slag. 


Overblijfselen van St. Pierre.

De laatste nachten liggen we voor anker bij St. Pierre, ooit het bruisende middelpunt van Martinique. Een uitbarsting van de vulkaan Montagne Pelee heeft in 1902 het stadje en haar inwoners compleet weggevaagd. Inmiddels is het weer in redelijk "oude" staat en is de Franse sfeer weer terug. Nog een laatste bezoek aan de DepaZ rum distillerie in de heuvels van St. Pierre en een Lorraine (bier) op het terras. 's Morgensvroeg nog even naar de bakker voor een baquette en mille feuille (tompouche) voor bij de koffie en we zijn klaar om te vertrekken naar Dominica.